Beste antwoord
Lettergrepen met accenten zijn prominenter dan lettergrepen zonder accent.
Als een woord meer dan één lettergreep, niet alle lettergrepen worden even benadrukt. De lettergreep met meer nadruk dan de andere wordt lettergreep met accenten genoemd, en de andere met minder prominente lettergrepen worden lettergrepen zonder accent genoemd. De relatieve prominentie komt tot een lettergreep met accenten omdat we meer ademkracht en spierinspanning toepassen dan op de niet-geaccentueerde lettergreep. Het betekent dat we een klemtoon genereren op de lettergreep met accenten.
Als er ook een toonhoogtewijziging plaatsvindt op de beklemtoonde lettergreep, wordt de lettergreep genoemd om een primaire of tonische klemtoon te hebben.
Hoewel er zijn enkele accentpatronen die ons kunnen helpen de juiste lettergreep te benadrukken, maar we leren de nadruk op de lettergreep van een woord naarmate we de spelling ervan leren. Omdat er enkele tips zijn om de spelling te leren, zijn er op dezelfde manier enkele tips om de nadruk op een woord te leren. Ik zou je wat hints willen geven:
Een lettergreep met een sjwa-klinker kan nooit worden geaccentueerd, bijv. about, attack, abet (de eerste lettergreep in deze woorden heeft geen accenten vanwege een sjwa-klinker), moeder, vader, dokter (de tweede lettergreep heeft geen accenten omdat er een sjwaklinker in zit).
Woorden eindigend op het achtervoegsel -ity, haal de klemtoon op de lettergreep voorafgaand aan het achtervoegsel, dwz 3e van het einde, bijv moraliteit (nadruk is op ra-).
Woorden die eindigen op -ion hebben de primaire nadruk op de voorlaatste lettergreep, bijv. vastberadenheid (de primaire nadruk ligt op de lettergreep na-).
Er zijn zon 10-15 patronen die je kunt vinden in elk goed boek over fonetiek. Ze zijn erg behulpzaam. Afgezien hiervan geeft elk goed woordenboek de lettergreep met accenten van het woord aan. Het leren van woordaccenten is erg handig bij het leren van intonatie.
Antwoord
Oh jongen, heb je een moeilijke vraag gekozen.
Engelse woordenschat is een combinatie van Germaans, Frans-Latijnse en Oudgriekse woorden, plus een beruchte “andere” component. Elke groep heeft zijn traditionele klemtoonvoorkeuren, waaraan het Engels als geheel wat beleefde aandacht schenkt wanneer het van plan is.
Enkele tendensen:
Twee lettergreepwoorden benadrukt op de eerste lettergreep: TA-ble, BAT-tle, COP-per, COUN-try, MUR-ky, SUP-per, PRI-or, SCOUN-drel.
Een betrouwbare overblijfsel van de Germaanse erfenis van het Engels is dat onze weinige grammaticale uitgangen nooit worden benadrukt: BEACH-es, RIS-es, WALK-ing, TRAD-ed, SLOW-ly.
Maar dan moet je een paar voorvoegsels leren die niet gespannen zijn: a- BOUT, be-TWEEN, un-DO. Deze categorie is logisch als je al weet hoe je de woorden moet uitspreken. 🙂
Lange woorden uit het Frans en het Latijn hebben de neiging om de nadruk te leggen op de op één na laatste of derde vanaf de laatste lettergreep: pro-FESS-or, profes- SO-riaal, individueel, individueel, individueel. Dit patroon is een overblijfsel van een handige Latijnse formule.
Maar deze patronen zijn slechts de ruwste richtlijnen. Elke “regel” moet altijd een lange lijst met uitzonderingen bevatten. Maar hoeveel? Hoeveel van een uitvloeisel heb je nodig om rekening te houden met zowel het zelfstandig naamwoord RE-bel en het werkwoord re- BEL ? Of het feit dat Amerikaanse zuiderlingen IN-surance kunnen zeggen in plaats van in-SU-rance ? Of dat sommige Britten DIS-tribute kunnen zeggen in plaats van dis-TRI-bute ? En hoe kan men bal-LET voorspellen?
En hoe zit het met paprika en humuhumunukunukuapuaa ?
Engels is een rommelige taal. Net als bij de spelling, leer je enkele patronen en bereid je je voor om veel fouten te maken. 🙂