Beste antwoord
De belangrijkste uitdrukking zou zijn:
Cala a boca! (boca betekent mond)
Quieto! of Fica quieto – (be) quiet!
calado! (Calada! – fem) zou een bijvoeglijk naamwoord zijn dat wordt gebruikt als imperatief (shutted!)
“Cala-te” alleen in Portugal, niet in Brazilië (zou veel te literair zijn in Brazilië).
in Brazilië zou “Cale-se” worden geaccepteerd in formele contexten (gerechtelijke hoorzittingen, militairen enz.)
een andere formele, hoewel veel beleefder dan de laatste is “silêncio” (“stilte”!) , of silêncio, por voor “stilte, alstublieft”. Het is eerder een beleefd verzoek dan een bevel (zoals in “cale-se”, of “cala a boca”, wat letterlijk vertaald zou worden als “zwijg” en “houd de mond dicht”).
In Brazilië, het vulgaire “Cala a porra da / (dessa tua) boca”! Zou het informele (en aanstootgevende) equivalent zijn van het Engelse “shut the f @ ck up” of shut your f @ cking mouth up! “, Omdat die uitdrukking vaak wordt gebruikt in informele contexten om werkwoorden en zelfstandige naamwoorden te benadrukken (net zoals de F -word in english)
Antwoord
Dit zijn eervolle formules die u kunt gebruiken als u respect wilt tonen, omdat Portugees, vooral in Brazilië, het onderscheid tussen formele en informele voornaamwoorden heeft verloren . Sommige talen die nog steeds een dergelijke differentiatie hebben, zijn Duits (du / Sie), Frans (tu / vous) en Roemeens (tu / voi). In het Portugees ging deze differentiatie voor het eerst verloren in de late middeleeuwen, toen het gebruik van ‘vós’ als formeel enkelvoudig voornaamwoord ophield. De taal loste dit snel op door de formele behandeling aan te passen die voorbehouden was aan koningen en hoge ambtenaren van de staat, Vossa Merced, , die zou worden overgezet naar vosmecê (nog steeds gehoord in sommige Braziliaanse dialecten) en later você. In modern gebruik is você echter de enige manier geworden om mensen aan te spreken, sinds tu is de afgelopen honderd jaar vervaagd.
Hier zijn enkele zinnen die het gebruik van deze formules laten zien?
Je bent verdwaald in een onbekende stad. U besloot een politieagent te vragen welke kant u op moest:
– Policial, o senhor sabe para onde é a rodoviária? (Officier, weet je wat de weg is naar het busstation? )
Je hebt een les gemist omdat je ziek was. Als je de volgende dag de klas binnenkomt, vraag je:
– Professor, o senhor passou deveres de casa? (‘Leraar, heb je huiswerk gegeven?’)
Moederdag, je komt je ouders bezoeken. Moeder duikt op in een nieuwe jurk die je zus haar heeft gegeven. Je commentaar:
– Mãe, een senhora está linda nesse vestido. (‘Moeder, je bent prachtig in deze jurk’.)