Beste antwoord
Portiegroottes met minder dan een halve gram (ongeveer het gewicht van 7 grote druppels water) van welk ingrediënt dan ook, hoeven niet te worden gerapporteerd. Het aanpassen van de portiegrootte om ingrediënten te verbergen, is een laboratoriumtaak voor voedselproductie. Transvetten zouden verdwenen moeten zijn, maar ze blijven hangen in minuscule portiegroottes. Een portie slagroom is 15 cc = eetlepel. Er kunnen allerlei soorten was, stretchers en vervangers in zitten met 6 druppels per eetlepel. Suiker is goedkoper dan voedsel, dus het komt in zowat elke portie van alles terecht, net als je er tonnen van maakt, is suiker een behoorlijk winstgevend ingrediënt zonder label. In een partij van 30 gallon slagroom, zou je 127 ounces (iets minder dan een gallon) HFCS kunnen hebben en niemand is wijzer van de eetlepel. Je verdediging is om thuis je eigen mayo te maken. Als het een etiket heeft, koop het dan niet.
Antwoord
Als u met voedingsfeiten de etikettering bedoelt, dan bent u helaas totaal misleid. Overweeg dit:
In Nieuw-Zeeland hoeven fabrikanten transvet niet te noemen, tenzij er een voedingsclaim wordt gedaan over cholesterol, verzadigde vetten, transvetzuren, meervoudig onverzadigde vetten, enkelvoudig onverzadigde vetten of omega -3, omega- 6- of omega-9-vetzuren, dan moet het voedingsinformatiepaneel ook de hoeveelheid transvet, meervoudig onverzadigde vetten en enkelvoudig onverzadigde vetten en eventueel ook omega-vetzuren vermelden. Maak dus geen voedingsclaim en ze hoeven geen transvetten op het etiket te vermelden.
In Australië is het niet verplicht om transvetten op een etiket te vermelden. Momenteel is er in Australië geen vereiste dat het etiket op een voedingsproduct transvet vermeldt in het voedingsinformatiepaneel. De uitzonderingen hierop zijn als er een voedingswaardeclaim op het product wordt gedaan over andere vetten (zoals omega-3 of cholesterol of enkelvoudig onverzadigd vet). Maak, net als Nieuw-Zeeland, geen claim en hoef transvetten niet te vermelden.
In de VS kan een voedingsmiddel dat belooft transvetvrij te zijn in feite tot 0,5 gram gedeeltelijk gehydrogeneerde oliën bevatten. , een bron van transvetten, in de ingrediëntenlijst.
In het VK is er geen verbod op het gebruik van transvetten in producten (er is in andere landen) maar in 2012 zijn de meeste supermarkten en de grotere fastfoodketens stemde ermee in een vrijwillige overeenkomst te ondertekenen om geen kunstmatige transvetten te gebruiken. Het is onduidelijk hoeveel producten nog transvetten bevatten.
Onder het Europees Parlement heeft de Europese Unie geen wetgeving die het gehalte aan transvetten in voedingsproducten reguleert of hun etikettering vereist. Mocht een product dus gedeeltelijk gehydrogeneerde oliën bevatten (en dus mogelijk TFAs), dan zal het etiket dit aangeven, maar het geeft niet de exacte hoeveelheid aanwezige transvetten aan.
En er zijn verschillende namen van ingrediënten zoals gehydrogeneerde olie die eigenlijk transvet is, maar niet als zodanig wordt aangeduid.
Dit is slechts een kort voorbeeld van waarom je niet kunt vertrouwen op voedseletikettering wanneer je een oordeel velt over de hoeveelheid transvetten in voedingsmiddelen. Een donut is gefrituurd, waarschijnlijk in een soort niet nader genoemde plantaardige olie en bevat zeker transvetten maar dit zal nooit op het etiket staan (als er inderdaad een etiket is). Het gaat er niet om dat artsen worden tegengesproken door ‘voedingsfeiten’, maar dat voedselproducenten verbergen wat ze met je eten doen om meer geld te verdienen en je uiteindelijk ziek te maken.