Beste antwoord
Oh! Dus dit keer op te lossen probleem is 2–6 maak je geen zorgen. Ik help dit probleem op te lossen .
Dit is echt een eenvoudig probleem, gebruik je geest niet als een IIT-student wees gewoon als een braaf kind en los dit op
Laten we dit probleem oplossen-
Ist-methode:
Om op te lossen deze 2–6 moeten we weinig oplettend zijn
Het antwoord op dit probleem is -4
2–6 = -4
Nu rijst de vraag waarom -ve sign wordt gebruikt.
Oké, ik zal je twijfel wegnemen door af te trekken, we moeten op het teken letten dat in het probleem wordt gebruikt.
2 is + ve terwijl 6 -ve is in de opgegeven opgave . Vergelijk nu het teken (+) (-) = (-)
dat is waarom de ans kwam is -4.
Tweede methode:
Tel 6 nu op vingers min 2, wat er komt is het antwoord
2–6 = 4
Nu zullen we het teken zien en 4 tot -4.
Als het probleem 6-2 , dan is het antwoord 4.
Ik denk dat dit je zal helpen.
Antwoord
Je evalueert de gegeven numerieke uitdrukking, 3 + 4 (5 – 2), door de juiste volgorde van bewerkingen te gebruiken.
“Hier is een samenvatting van de ideeën met betrekking tot het vereenvoudigen van numerieke uitdrukkingen. Bij het evalueren van een numerieke uitdrukking, voer de bewerkingen uit in de volgende volgorde.
(1.) Voer de bewerkingen uit binnen de symbolen van opname (haakjes, haakjes, accolades) en boven en onder elke breukstreep. Begin met het binnenste insluitingssymbool.
(2.) Voer alle vermenigvuldigingen en delingen uit in de volgorde waarin ze verschijnen van links naar rechts.
(3.) Voer alle optellingen en aftrekkingen in de volgorde waarin ze van links naar rechts verschijnen. “¹
Daarom, met behulp van deze regels, evalueren we de gegeven numerieke uitdrukking als volgt:
3 + 4 (5 – 2) = 3 + 4 (3)
= 3 + 12
= 15 is het resultaat of het definitieve antwoord.
¹ Jerome E. Kaufmann. Algebra met trigonometrie voor studenten (derde editie; PWS-KENT Publishing Company; Boston, Ma., 1992, blz. 8-9.