Beste antwoord
A) OM OVER 1 TE DENKEN om in gedachten te houden (een gebeurtenis uit het verleden enz.) ; denk na over kindertijd / schooldagen / vakantie / werk; (sbs) vriendelijkheid / vrijgevigheid bv 1) Ik dacht net aan de tijd dat Fred in de rivier viel. 2) Waar denk je aan? (Hier is een mooie zin voor: ”Een cent voor uw gedachte!”)
2 overweeg of onderzoek (sth) om te zien of men actie moet ondernemen. Objecten: aanbieding / voorstel / plan / regeling / ontslag / verhuizing etc. b.v. Ik ben geïnteresseerd in het kopen van uw huis, maar ik “zou graag meer tijd willen hebben om erover na te denken voordat ik een beslissing neem./ Hij” had ooit overwogen om te verkopen en te emigreren. / Er is iets dat heel goed moet worden overwogen . = dezelfde betekenis als TE DENKEN AAN 2.
WAAR DENK JE OVER? = wat is je mening (over sth.), hoe reageer je (op sth.) I.e .. verklaring, verklaring, beslissing, actie, zet b.v. Wat denk je aan zijn ontslag? / Ik weet niet wat ik moet denken van hun besluit om de school te sluiten.
B. OM AAN 1 te denken, weeg (sth.) (Waarschijnlijk, waarschijnlijk ) effect, resultaat, kosten, uitgave, echtgenote, gezin; zichzelf bijv. Hij is een geweldige organisator: hij denkt aan alles! / Denk aan de kosten van een vakantie in het buitenland! / Hij denkt nooit aan iemand anders dan aan zichzelf./Dat klinkt een goed idee, maar zijn alle problemen bedacht?
2 om te overwegen of te onderzoeken (sth.) om te zien of er actie moet worden ondernomen Object: reizen, bezoeken, vragen, uitnodigen, reis, vakantie. bijv. Margaret, denk je erover om met Jim te trouwen? / Hij dacht aan een kleine plaats in het land om zich te vestigen toen hij met pensioen ging.
NB DENK AAN 2 en DENK AAN 2 zijn synoniemen
3 om (sth.) in gedachten te houden, te herinneren. Objecten: naam, adres ,; datum, tijd. Bijwoordelijke zinnen: op dit moment, op dit precieze / exacte moment: “Ik kan” niet bedenken zijn naam, maar hij was een lange kerel met een bril. “
4 voorstellen, voorstellen (sth.); uitvinden, bedenken (sth.). Objecten: naam, titel, schema, project: “We proberen nog steeds een geschikte titel voor het boek te bedenken.” / “Bedenk een getal, verdubbel het en voeg je leeftijd toe.” / “Maak je geen zorgen, we “zullen wel iets bedenken.” (meestal niet met de continue tijden. = bedenken)
NB Deze twee woordwerkwoorden verschillen in die zin dat ze verschillende betekenissen hebben, behalve “denk aan 2” en “Denk aan 2” die synoniemen zijn. Er zijn andere verschillen met betrekking tot hun structuur en collocaties, maar ik denk niet dat ze hier en nu moeten worden behandeld.
Antwoord
In veel contexten, denk van en denk over zijn in feite uitwisselbaar …
“Ze zeggen dat Griekenland de eurozone mag verlaten. Wat denk je van / over daarvan? “
” Ik “denk aan van / over op zoek naar een nieuwe baan “
In andere contexten, denken van iets betekent dat je tenminste bent op de hoogte van het ding, maar heeft er misschien niet veel aandacht aan besteed. Als je denkt ongeveer iets dit impliceert normaal gesproken meer gerichte of uitgebreide aandacht.
“Ik had nooit gedacht van dat te doen! ” (die mogelijkheid is nooit bij me opgekomen) .
“Heb je nagedacht over mijn verjaardagscadeau? ” (heb je nagedacht / besloten wat je voor mij wilt kopen?)
Bijna hetzelfde onderscheid is van toepassing op hoor van / over . Je zou kunnen zeggen dat je “ve hebt gehoord van iets betekent niet meer dan dat je “beseft” dat er iets bestaat. Maar als je “ve hebt gehoord ongeveer iets de implicatie is dat je “belangrijke / actuele informatie over dat ding hebt gehoord.
” Ik “heb gehoord van Amy Winehouse “ (de naam is bij mij bekend, maar ik weet niet per se meer) .
“Ik” heb gehoord over Amy Winehouse “ ( impliceert sterk kennis van haar vroegtijdige dood) .
“Denk aan” wordt gebruikt wanneer u “actief over iets nadenkt of zich concentreert op de gedachte eraan.
Voorbeeld. Laat me er OVER nadenken.
Aan de andere kant wordt “denk aan” gebruikt wanneer het idee bij je opkomt.
Bijv. Daar heb ik nooit aan gedacht.
In de meeste andere gevallen lijken ze erg op elkaar en kunnen door elkaar worden gebruikt. Vooral voor acties in de toekomst.
Bijvoorbeeld: ik denk AAN / OF op reis gaan.
Horen van wordt gebruikt als je praat over het bestaan van iets.
Ex. Heb je van dat bedrijf gehoord?
Aan de andere kant vereist “horen over” dat je het bestaan van iets al weet. U krijgt zojuist meer nieuws te horen.