Beste antwoord
Alle soorten ontbindende middelen zijn schimmels, wormen, bacteriën, slakken en slakken. Ontleders krijgen de voedingsstoffen die ze nodig hebben door dood en rottend materiaal te eten. Deze organismen houden ecosystemen gezond door ervoor te zorgen dat planten de voedingsstoffen krijgen die ze nodig hebben om te overleven. Sommige ontbinders worden geclassificeerd als aaseters. Aaseters eten dode dieren en planten en breken het dode materiaal tijdens het eten in kleinere stukjes. Wanneer aaseters klaar zijn met eten, voeden andere ontbinders zich met wat er over is van het dode organisme. Kokkels, regenwormen en zoetwatergarnalen worden allemaal geclassificeerd als aaseters.
Antwoord
“Wat wordt afgebroken? Wat doen ze in het bos? ”
Vraag je wat ontbinding is? Volgens mijn trouwe, zij het verouderde, Funk & Wagnalls is ontbinding de handeling, het proces of het resultaat van ontbinding. (grote hulp, toch?) Ontleden betekent (1) scheiden in samenstellende delen, (2) vervallen. En dat is de definitie die we nodig hebben … ontleding is de handeling van verval of rotten.
Wat betreft wat het in het bos doet, in plaats van het opnieuw te formuleren, hier is een citaat uit Decompositie – Wikipedia :
Ontleding is het proces waarbij organische stoffen worden afgebroken tot eenvoudiger organisch materiaal. Het proces maakt deel uit van de nutriëntencyclus en is essentieel voor het recyclen van de eindige materie die fysieke ruimte in de biosfeer inneemt. Lichamen van levende organismen beginnen kort na hun dood te ontbinden. Dieren, zoals wormen, helpen ook om de organische materialen af te breken. Organismen die dit doen, staan bekend als decomposers. Hoewel geen twee organismen op dezelfde manier uiteenvallen, ondergaan ze allemaal dezelfde opeenvolgende stadia van ontbinding. De wetenschap die de ontbinding bestudeert, wordt over het algemeen tafonomie genoemd, van het Griekse woord taphos, wat graf betekent.
Met andere woorden, ontbinding is de methode die voedingsstoffen terugbrengt naar de bodem zodat andere organismen kunnen overleven en groeien. In een bos voeden de voedingsstoffen de bomen en alle andere planten die daar ook groeien.