Beste antwoord
Bret Easton Ellis (American Psycho, Less Than Zero) heeft een unieke stijl. Het is een heel losse stijl, en vaak is er geen vaststaand complot, alleen een rijk kind dat rondslentert met drugsgebruik, of een rijke moordenaar die rondslentert met drugsgebruik … en moord.
Ellis slaagt erin lijsten en merknamen die echt de oppervlakkigheid van de samenleving waar zijn personages deel van uitmaken, naar voren brengen. American Psycho heeft elk ander hoofdstuk diepgaande muziekrecensies (ik denk dat het een minuut geleden is dat ik het gelezen heb) en op de een of andere manier past het perfect bij Batemans verwrongen kijk op de wereld.
Er is ook een indie-auteur die ik zoals Sam Pink genoemd. Hij schrijft korte romans over menselijk afval in Chicago of waar hij zich op dat moment ook bevindt. Hij brengt de absurditeit van het dagelijks leven en de algemene onhandigheid die voortkomt uit het leven uit. Ik analyseer zijn bedoelingen misschien te veel, maar deze boeken hebben een funky, tegenwoordige tijd, die echt werkt. Ik stel voor “Persoon”. Het is snel te lezen en het is een behoorlijke rit.
Antwoord
Ik schrijf graag verhalen en ik heb nog geen stabiele stijl voor mezelf gevonden. Dus ik heb de neiging om alles te lezen wat ik in handen krijg, zodat ik hun stijl kan bestuderen.
Ik beantwoord dit volgens mijn begrip van de vraag. Ik weet nog heel weinig, voel je vrij om te corrigeren en toe te voegen.
Het eerste type dat ik heb gevonden is de strakke Japanse stijl. Aziatische literatuur, dat wil zeggen. Banaan Yoshimoto, Natsuo Kirino en Yoko Ogawa zijn enkele van de auteurs om naar te zoeken. Deze auteurs gebruiken zeer beperkte beschrijvingen (maar mooi) en hun bewoordingen zijn nauwkeurig. De uitzondering hierop is Murakami Haruki . Zijn beschrijvingen zijn vol en barstend en strekken zich maar door en door.
Het tweede type dat ik tegenkwam was het ‘paars-proza’ -type. Eigenlijk kreeg ik al die tijd te horen dat paars proza slecht is, maar toen ik las Noem me bij je naam door André Aciman, besefte ik dat goed beschrijvend proza mooi kan zijn. Zijn zinnen gaan door en door, en je wordt buiten adem als je het leest.
Het derde type dat ik tegenkwam, was het midden. Genoeg beschrijving, genoeg dialoog. Sommigen gebruiken poëtische beschrijvingen, anderen verzinnen hun eigen woorden en zinnen.
Dan is er EL James die de hele thesaurus heeft opgebruikt, terwijl er een aantal schrijvers zijn die het heel simpel houden en je niet hoeft te rennen naar het woordenboek.
Lees het allemaal, geniet ervan! 🙂