Beste antwoord
Je zult een schat aan specifieke werkwoorden vinden in elk vakgebied met een jargon en veel acties om te beschrijven.
Kookboeken staan er vol mee. Smoren, blancheren, stomen, sudderen, schroeien, grillen, grillen, toasten, braden, sauteren, stoven; dobbelstenen, fijnhakken, malen, raspen, julienne, schijfje, blokje, kwart, schillen, kern, score, scheren, spies, kruimel, strook; marineren, besprenkelen, steil, pekel, genezen, roken, borstelen, bedruipen; mixen, roeren, kloppen, vouwen, kneden, combineren, kloppen, mixen, pureren.
De textielkunsten zijn er vol van. Garen om, breien, averecht, opzet, kant af, kant af, meerder, minder; ketting, slipsteek, overslaan, blok; zigzaggen, rijgen, losmaken, stoppen, rimpelen, zomen, plooi, quilt, appliqueren, stuk, rug, vingerpers, kieskeurig knippen, stapelen en meppen; weven, breien, haken, borduren, vlechten, strikken, vilten, vol, knopen.
Dans is er vol mee. Pirouette, arabesque, chassé, plié, relevanté, promanade, dosado (of afwisselend do-si-do), moonwalk, charleston, macarena.
De fabricage zit er vol mee: stempel, punch, pak, grind, buigen, vorm, pers, boren, frezen, draaien, mal, gieten, extruderen, vacuümvorm, snijden, afschuining, filet, verzinken, ontbramen, solderen, klinknagel, clinch, stuiken, lassen, solderen, etsen, plaat, poedercoating, elektrolytisch polijsten, anodiseren, gloeien, temperen, pinnen, poetsen, polijsten, lamineren, zeefdruk, afdrukken, stencil.
Tuinieren zit er vol mee: knot, leiboom, kop achter, dood hoofd, enten, bout (let op: dit is iets planten, geen tuinders, doe het!), verdelen, dubbel graven, luchtlaag, verharden, mulch, topdress, dun.
Ik zeil of duik niet , maar ik kan me voorstellen dat dergelijke activiteiten, samen met de meeste sporten (denk aan dribbelen, punteren, stoten, doorhalen, kruipen, tackelen) ook rijke bronnen zouden zijn van zeer specifieke werkwoorden.
Antwoord
Defenestrate Definitie en meer van de gratis Merriam-Webster Woordenboek